- 1901: Oprichting Buitengewoon Lager Onderwijs (BLO) voor kinderen met een licht verstandelijke beperking.
- 1921: Pier de Boer allereerste cliëntondersteuner van Nederland. Hij biedt nazorg aan oud-BLO-leerlingen en begeleidt hen naar werk.
- 1923: De eerste 10 organisaties voor nazorg in Nederland richten een landelijke vereniging op: de Nederlandse Vereeniging Nazorg Buitengewoon Onderwijs (NVNBO). Het is de eerste voorloper van MEE NL.
- Eind jaren ’50: Nazorgorganisaties noemen zich voortaan Sociaal Pedagogische Diensten (SPD). Zij richten zich op de zorg voor alle ‘zwakzinnigen’ en alle levensgebieden en niet alleen meer op de nazorg van BLO-leerlingen.
- 1968: Invoering van de Algemene Wet Bijzondere Bijstand. ‘Nazorg’ gaat ‘cliëntondersteuning’ heten en valt via de AWBZ onder de verantwoordelijkheid van de rijksoverheid.
- 1977: Oprichting ‘Landelijke Samenwerkingsorgaan Maatschappelijke Dienstverlening Geestelijk Gehandicapten’ (LSO).
- 1989: LSO krijgt de naam Somma, de vereniging van SPD’en.
- 2001: Behalve mensen met een verstandelijke beperking, krijgen nu mensen met een lichamelijke of een chronische ziekten toegang tot cliëntondersteuning
- 2004: Vanwege deze taakuitbreiding past de naam de SPD niet meer. De SPD’en heten voortaan MEE en Somma gaat over in MEE Nederland.
- 2015: Vanwege decentralisatie van de zorg wordt het beleid voor cliëntondersteuning niet meer landelijk, maar lokaal en regionaal bepaald. MEE Nederland wordt daarom opgeheven.
De MEE-organisaties verbreden hun dienstenaanbod, gericht op het meedoen mogelijk maken van mensen met een beperking. - 2016: 20 MEE-organisaties zetten de landelijk samenwerking voort in de coöperatieve vereniging MEE NL om zo innovaties te delen en bovenregionale en landelijke projecten te kunnen oppakken.
Historie MEE in het kort
Samenvatting historie MEE en MEE NL en voorlopers