De beroepsvereniging van cliëntondersteuners, BCMB, heeft op 29 januari 2020 in een persbericht haar visie op het vak van cliëntondersteuning naar buiten gebracht. De vereniging wil met deze visie invloed uitoefenen op het debat over cliëntondersteuning.
BCMB verwoordt haar visie als volgt: “Voor cliëntondersteuners is het noodzakelijk dat zij hun werk onafhankelijk kunnen doen en levensbreed in kunnen vullen. Professionele autonomie is daarom essentieel. Hieronder verstaat BCMB de vrijheid voor de cliëntondersteuner om te beoordelen hoe hij binnen de kaders van zijn professionele standaard (beroepscode en beroepsprofiel) in een bepaalde situatie zal handelen. De cliëntondersteuner staat náást de cliënt, diens belangen staan centraal. Cliëntondersteuners zijn dus niet belast met de belangen van bijvoorbeeld zorgaanbieders, indicatiestellers en financier. Zij geven geen indicaties af, adviseren hier niet over, zijn geen zorgaanbieder en zijn niet belemmerd om bezwaar en beroep aan te tekenen tegen gemeenten of andere instanties. Dit draagt bij aan het opbouwen van een goede vertrouwensrelatie met een cliënt en diens naasten.”
MEE NL kan zich vinden in de visie van BCMB. MEE NL-directeur Yvon van Houdt hierover: “Mooie visie van de beroepsgroep met verdere duiding van onafhankelijkheid en levensbreedheid. Het maakt tevens zichtbaar dat de onafhankelijke cliëntondersteuner er is voor zowel mensen met een beperking als anderen in een kwetsbare positie. Wel ben ik benieuwd hoe deze visie vertaald kan worden naar de praktijk. De toegang tot cliëntondersteuning en of deze ook daadwerkelijk integraal wordt aangeboden, zijn dan belangrijke voorwaarden.”
Bied cliëntondersteuning écht integraal aan
“Cliëntondersteuning heeft het meeste effect voor onze cliënten als deze écht integraal aangeboden kan worden”, vervolgt Van Houdt. “We zijn het daarom met BCMB eens dat cliëntondersteuning levensbreed aangeboden moet worden: niet alleen rond zorg en ondersteuning, maar ook op het gebied van werk, onderwijs, geld, wonen of sport. Wij spreken van domeinoverstijgende cliëntondersteuning als die volgend is aan de cliënt en zijn of haar naasten, ongeacht wetten of herkomst van vragen.” Op 30 januari jl. heeft MEE NL er daarom bij minister De Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op aangedrongen om haast te maken met de invoering van domeinoverstijgende en breed toegankelijke cliëntondersteuning.
Zorg voor een brede toegang voor cliëntondersteuning
In de brief van 30 januari aan de minister schrijft MEE NL dat de toegang tot cliëntondersteuning gelijk moet zijn voor iedereen, ongeacht woonplaats, herkomst of binnen welke wet de zorg- of ondersteuningsvraag valt. Een dergelijke toegang, eerder ‘toegang via één loket’ genoemd, draagt namelijk bij aan de vindbaarheid en toegankelijkheid van cliëntondersteuning voor iedereen.
Lees meer over de oproep van MEE NL om meer haast te maken met breed toegankelijke cliëntondersteuning.
Ga hier naar het persbericht van BCMB over haar visie op cliëntondersteuning.