MEE roept minister De Jonge op om makkelijk vindbare en gelijkwaardige toegang tot cliëntondersteuning met hoge urgentie op te pakken.
Mensen met een beperking hebben bij hun zorg- en ondersteuningsvraag zelden slechts met één wet te maken. Bij de toegang tot voorzieningen en wanneer zorg en ondersteuning overgaan naar een andere wet, ontstaan gaten. Dat maakt het vinden van de juiste zorg op de juiste plek erg lastig en zorgt ervoor dat mensen tussen wal en schip vallen, met vaak schrijnende situaties tot gevolg.
Gelukkig is in zowel de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) als in de Wet langdurige zorg (Wlz) het recht op onafhankelijke cliëntondersteuning geregeld. Een cliëntondersteuner wijst de weg in het oerwoud van wetten en regels. Maar doordat ook cliëntondersteuning in verschillende wetten en domeinen is opgeknipt, is het recht hierop geen garantie tot vlekkeloze uitvoering.
Uit de praktijk van MEE-cliëntondersteuners
Neem bijvoorbeeld Debbie van 18. Ze heeft een lichte verstandelijke beperking (LVB) én autisme (ASS). Hierdoor is er een groot verschil tussen haar sociaal en verstandelijk functioneren en wordt zij op school en bij haar zorgaanbieder overvraagd.
Er is onduidelijkheid en onzekerheid over passende zorg voor Debbie. Haar ouders lopen vast in het systeem: niet alleen in de zorg, maar ook in het regelen en aanvragen van voorzieningen. Dat instanties daarbij naar elkaar verwijzen, zorgt voor nog meer onduidelijkheid.
In het verleden zijn deze ouders goed ondersteund door een cliëntondersteuner uit het wijkteam (via de Wmo). Omdat Debbie nu een Wlz-indicatie heeft, mag deze cliëntondersteuner de ouders niet langer ondersteunen. De cliëntondersteuner die hen via de Wlz helpt, heeft minder mogelijkheden om hen breed op alle levensgebieden te ondersteunen. Het lukt de ouders daardoor niet om de weg naar hulpverlening en instanties te vinden. Het gaat steeds slechter met Debbie en uiteindelijk belandt zij met een psychose op een crisisplek.
Cliëntondersteuning is wettelijk recht
MEE NL-directeur Yvon van Houdt: “Het wettelijk recht op cliëntondersteuning alleen is dus geen garantie op het vinden van de juiste zorg en ondersteuning. Waar vroeger cliëntondersteuning gebaseerd was op één wet (AWBZ) en daardoor centraal was georganiseerd, is nu een veelheid aan wetten en vooral partijen betrokken bij cliëntondersteuning. De cliëntondersteuning is daardoor teveel opgeknipt. Mensen weten mede daardoor cliëntondersteuning niet goed te vinden, krijgen te maken met verschillende ondersteuners en hebben – afhankelijk van waar zij wonen – niet altijd toegang tot dezelfde cliëntondersteuning.”
Oplossingen liggen voor de hand
De oplossingen liggen voor de hand en worden breed onderschreven. Zo hebben de Nationale Ombudsman, de Algemene Rekenkamer en het Sociaal Cultureel Planbureau al in 2018 opgeroepen tot een drempelloze toegang tot cliëntondersteuning, die nu niet beschikbaar is voor de meest kwetsbare mensen. En recentelijk nog pleitte Zorgverzekeraars Nederland (ZN) voor de introductie van domeinoverstijgende cliëntondersteuning via één loket.
Voorkom zo snel mogelijk nieuwe schrijnende situaties
Van Houdt: “Ook wij pleiten voor domeinoverstijgende en breed toegankelijke cliëntondersteuning. We zijn dan ook blij dat minister De Jonge in zijn brief aan de Tweede Kamer zelf ook aangeeft dat een bredere toegang tot cliëntondersteuning noodzakelijk is. Helaas is hij daarbij niet duidelijk over het tijdspad van de uitwerking. Nieuwe situaties zoals die van Debbie en haar ouders willen we zo snel mogelijk voorkomen. Daarom is nú actie nodig!”
Download hier de brief van MEE NL aan minister De Jonge met bovenstaande oproep.
Over MEE en MEE NL
MEE NL is de coöperatieve vereniging van 20 regionale MEE-organisaties. MEE is de grootste landelijke aanbieder van cliëntondersteuning. Daarnaast is MEE expertisepartner voor overheid en andere organisaties op het gebied van leven met een beperking.