Uit het rapport van de stand van het sociaal werk in Nederland van Movisie blijkt dat sociaal werkers ervaren dat vraagstukken van cliënten steeds complexer worden. Clientondersteuners van MEE, die werkzaam zijn in het gemeentelijk domein, maken deel uit van de beroepsgroep van sociaal werkers. MEE NL herkent de conclusie van het rapport dat de complexiteit van hun werk is toegenomen en dat dit met name is veroorzaakt door de veranderde wetgeving en de coronamaatregelen. Daar staat tegenover dat de meesten positief zijn over de toename van aandacht voor zelfredzaamheid, het inzetten van het sociaal netwerk en het zelfstandig thuis wonen.
Regeldruk en bezuinigingen bedreiging voor medewerkers
Movisie signaleert dat de werkdruk toeneemt door meer regeldruk en bezuinigingen. Sander Olsthoorn, programmamanager Cliëntondersteuning bij MEE NL: “Die ontwikkelingen zijn zorgelijk. Voor plezier in je werk is het hebben van autonomie een belangrijke factor. Door de steeds oplopende bezuinigingen en regeldruk staat die autonomie behoorlijk onder druk, waardoor mensen het plezier in hun werk verliezen en uiteindelijk op zoek gaan naar een baan in een andere sector”.
MEE herkent effect coronacrisis op werk cliëntondersteuner
Dat de coronacrisis het werk van cliëntondersteuners bemoeilijkt ziet MEE ook terug bij haar cliëntondersteuners. In diverse onderzoeken onder medewerkers van MEE, waaronder het onderzoek van de Universiteit van Amsterdam naar de impact van sociale isolatie onder kwetsbare mensen, komt dit effect duidelijk naar voren. Zo moeten cliëntondersteuners vanwege de coronaregels op afstand communiceren waardoor het ze niet lukt om een volledig beeld te krijgen van hun cliënten. Dat wordt extra bemoeilijk doordat het voor de doelgroep van MEE – mensen met een lichte verstandelijke beperking, autisme of niet-aangeboren hersenletsel – vaak lastig is om zich goed te verwoorden.
Inzet op integraal werken en preventie loont
Uit het rapport blijkt er meer integraal gewerkt wordt, wat betekent dat de problematiek op meerdere levensgebieden in samenhang kan worden aangepakt. Voor cliëntondersteuning van MEE is dat altijd al het uitgangspunt geweest, maar door de knip tussen cliëntondersteuning vanuit de Wmo en die vanuit de Wlz is dat niet altijd mogelijk. MEE NL pleit dan ook al langer voor de invoering van domeinoverstijgende cliëntondersteuning.
Daarnaast blijkt dat cliëntondersteuners de grootste impact hebben als ze tijdig worden ingeschakeld. Zij zijn bij uitstek in staat om in te schatten of een relatief beperkt vraagstuk van een cliënt kan escaleren in grotere problematiek. Maar ook later in het proces kunnen cliëntondersteuners, onder andere doordat zij integraal naar vraagstukken van mensen kijken, ervoor zorgen dat problemen niet verergeren. Inzetten op preventie loont dus. Olsthoorn: “Inzet op integraal werken en preventie leidt niet alleen tot meer welbevinden van kwetsbare mensen, maar ook tot meer werkplezier bij cliëntondersteuners, omdat zij kunnen doen wat daadwerkelijk nodig is om mensen te ondersteunen. Een ander belangrijk effect van deze preventieve manier van werken is dat het leidt tot lagere kosten voor ons zorg- en ondersteuningsstelsel. Dit werd recentelijk nog bevestigd met een onderzoek naar de effecten van de inzet van de netwerkgids, een gespecialiseerde cliëntondersteuner.”